Augustus 2011

 25-08-11

Verre en nabije vrienden, geliefde kennissen en collega’s, familie- en clubleden, broeders en zusters:

De zomer loopt naar zijn einde, en we hopen met zijn allen op een prachtige Indian Summer. Deze week nochtans al veel buiten kunnen zitten, minstens 4 terrasjes gedaan en Rie heeft heel wat onkruid uitgetrokken in de tuin in Wakkerzeel. Waarmee ik wil zeggen dat de zomer best mooie momenten gehad heeft – of dat wij mooie momenten gehad hebben deze zomer, zo kun je ’t ook bekijken.

Even een stand van zaken (van de onze dan, niet van het vermaledijde BHV): Rie is erg moe geweest de laatste weken, ze is niet misselijk geweest van haar tweede chemosessie, maar die vermoeidheid was af en toen wat vervelend, zeker voor iemand die zo plichtbewust is als Rie. Maar gelukkig ben ik verrassend fit gebleven, en ik heb dus goed voor haar kunnen zorgen, lekker eten gekookt enzo. Ik ben weer bijgekomen, ik weeg nu alweer meer dan mijn leeftijd (63kg!) en nu heeft Rie schrik dat ze even dik zal worden, door al mijn recepten vol roomsauzen en in goeie boter gebakken patatjes. Ik heb haar gezegd dat het nu het moment niet is om te diëten, maar ze wil nu toch halfvolle melk in haar koffie. En Becel op haar boterham. Maar ze eet nog wel mijn béarnaise- en jagersaus, oef. En mijn Caesar’s Salad, en mijn stoofvlees. En mijn konijn, dat niet langer aan de horizon rondrent, maar lekker nabij in ons bord ligt, en daarna heerlijk smelt op de tong.

30-08-11

Gisteren weer onze gezamenlijke portie yummie gekregen, elk in ons persoonlijk ziekenhuis, na een geweldig en onstuimig weekeinde: twee etentjes (donderdag en vrijdag) en twee verjaardagsfeesten (zaterdag en zondag), vier dagen van genot. Vermoeiend, dat wel, maar op zo’n dag chemo moet je toch niets doen, je moet je alleen laten vollopen. Daarna krijgen we wel allebei een energieboost door de cortisone (die medische kerels zwieren overal een zak cortisone bij alsof het limonade is), Rie stond vanmorgen al om half acht in haar tuin te werken, en ik heb vannacht tussen vier en zes wel honderd pagina’s Amos Oz gelezen (geweldig hoor, Amos Oz: moeten julie allemaal lezen, beginnen met ‘Black Box’ en daarna verdergaan met ‘Volmaakte Rust’ – en ik vind dat hij dringend de Nobelprijs moet krijgen, of nee: eerst Philip Roth want die is ouder, en meteen daarna Amos Oz). Enfin, die cortisone is nu zo ongeveer uitgewerkt, Rie ligt alweer vast te slapen, en ik word ook een beetje moe.

Wat heb ik jullie nog te melden?

We zijn een paar weken geleden naar Luik geweest om jullie lekkere bongobon ‘Luxe-Ontbijt’ op te maken in ‘Le Matin liégeois’. Was lekker, met alles erop en eraan. Daarna mooie wandeling door het oude centrum van Luik gemaakt (waar bijna overal de geest van Georges Simenon rondwaart: in elke patisserie of brasserie, in elk restaurant of café heeft hij wel een of andere lokale delicatesse verorberd – dat die man niet moddervet geworden is!) en geconstateerd dat er nog veel werk aan Luik is, vooral aan de buurt rond het spectaculaire nieuwe station.

Mijn nieuwe boek schiet goed op, en dat voelt heel goed, dat ik weer energie heb om een paar uur per dag te schrijven. En mijn broer heeft heel mooie tekeningen gemaakt, ben ik erg blij mee. Ik droom al lang van een samenwerking met hem, een paar jaar geleden was er een tentoonstelling in Middelkerke rond hem en zijn galerie ‘Het Oog’ van in de jaren ’80, en ‘zijn’ artiesten, en ik mocht toen ook wat foto’s tentoonstellen, en dat was heel leuk, maar dit is nog beter: nu maken we echt iets samen, en ik amuseer me geweldig. Ik hoop van hem hetzelfde. Ik heb hem onlangs geklopt in het mosselen eten: we waren bij onze moeder aan zee, en we gingen met ons drieën mosselen eten. Zoals gewoonlijk heeft mijn moeder meer gebabbeld dan gegeten, en ze had ook niet zoveel honger, en wij hebben de rest van haar mosselen voor onze rekening genomen, maar Peter moest halverwege stoppen, en ik heb al de rest opgegeten, ha! (Sorry, nu ben ik weer over eten aan het leuteren, maar jullie hebben geen idee hoe dat voelt: weer smaak hebben, na een aantal smakeloze maanden!)

Iets moois om af te sluiten (ja, er moet afgesloten worden, want nu ben ik echt moe aan het worden). Onlangs zei Rie: ‘Weet je, ondanks al onze miserie kan ik niet zeggen dat ik ongelukkig ben. Soms ben ik zelfs ronduit gelukkig.’ En dat vond ik zo geweldig dat ik er haast moest van janken. Want ik heb dat ook.

Ik ben zo blij met mijn smaak, met mijn muziek (onlangs Joe Henry ontdekt!), met mijn boeken, met mijn schrijven, met mijn energie – en met Rie of course, en met jullie allemaal. En met jullie duimen.

Veel liefs van

duimen

Jan en Rie